Ontheffing om met een motorvliegtuig te mogen slepen in een stiltegebied
Dr. Ronald Schnitker
Door het college van gedeputeerde staten van Noord-Holland is ontheffing verleend aan Zweefvliegcentrum Noordkop om met een motorzweefvliegtuig zweefvliegtuigen de lucht in te ‘slepen’. De ontheffing is nodig omdat het vliegveld van de zweefvliegclub in een stiltegebied ligt waarin het verboden is ander geluid te maken dan natuurlijk geluid. Met de ontheffing mag de zweefvliegclub op maximaal acht dagen per jaar tussen 1 april tot 1 november tussen 10.00 en 17.00 uur 240 zogenoemde sleepstarts maken. Omwonenden van de zweefvliegclub kwamen eerder tegen de verleende ontheffing in beroep bij de rechtbank Noord-Holland. Die verklaarde hun beroepen gegrond en oordeelde dat de provincie de ontheffing niet had mogen verlenen, omdat er geen noodzaak bestaat voor de activiteit. De rechtbank heeft de ontheffing vervolgens zelf geweigerd. Zweefvliegcentrum Noordkop is het daar niet mee eens en is tegen de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die heeft de zaak op 5 juni 2023 op zitting behandeld. De Afdeling bestuursrechtspraak concludeerde dat geen van de betogen die in beroep bij de rechtbank Haarlem zijn gevoerd, aanleiding geeft tot vernietiging van het besluit. De rechtbank heeft het besluit daarom ten onrechte vernietigd.
Het door het zweefvliegcentrum Noordkop ingestelde hoger beroep is gegrond. De uitspraak van de rechtbank moet worden vernietigd. Doende hetgeen de rechtbank zou moeten te doen, heeft de Afdeling de beroepen van [partij A] en [partij B] en anderen ongegrond verklaard. Dit betekent dat het besluit van 23 maart 2020 herleeft, zodat Zweefvliegcentrum Noordkop weer beschikt over de gevraagde ontheffing.