China geeft (lager) luchtruim in concessie’
Door: dr. Hans Nillesen
Chinees bedrijf Shandong Jinyu General Aviation Co. verkrijgt exclusief recht om lager luchtruim gedurende 30 jaar te beheren
Chinese kranten melden dat Shandong Jinyu General Aviation Co., Ltd. de prestigieuze aanbesteding heeft gewonnen voor de economische concessie om het lager luchtruim in Pingyin County, Jinan City, Shandong te exploiteren en de infrastructuur te onderhouden. De overeenkomst, met een waarde van 924 miljoen yuan, geeft het bedrijf een exclusief recht om het luchtruim in dit gebied gedurende 30 jaar te beheren en te ontwikkelen.
Daarnaast is Shandong Jinyu verantwoordelijk voor een reeks luchtvaartdiensten, waaronder vliegopleidingen, UAV-logistiek (onbemande vliegtuigen), en de algehele ontwikkeling van de luchtvaartindustrie in het gebied. Het project is niet alleen bedoeld om de lokale economie te stimuleren, maar ook om een model te creëren voor toekomstige economische ontwikkelingen in het lager luchtruim in China.
Innoverend
Het gaat hier om een innovatieve benadering waarbij luchtruim op lage hoogte wordt ingezet voor uiteenlopende activiteiten, van UAV-logistiek en landbouw tot recreatief vliegen en toerisme. Dit concept heeft volgens een aantal Chinese kranten het potentieel om aanzienlijke economische waarde te genereren. Schattingen geven aan dat de wereldwijde markt voor lage-hoogte economieën tegen 2050 de grens van 60 biljoen yuan kan bereiken, terwijl de Chinese markt tegen 2026 een omvang van meer dan één biljoen yuan wordt voorspeld.
Juridisch niet onomstreden
Een concessieovereenkomst om met drones te mogen vliegen is niet onomstreden per definitie juridisch. Het roept een aantal juridische, ethische en praktische vragen op die afhankelijk zijn van de specifieke omstandigheden, nationale wetten, en het kader waarin de concessie wordt verleend. Het luchtruim boven een land wordt doorgaans beheerd door de overheid en gereguleerd via nationale en internationale wetten. Het toekennen van exclusieve rechten om bepaalde gebieden met drones te exploiteren, kan controversieel zijn, vooral als het ten koste gaat van andere gebruikers (bijv. commerciële luchtvaart, recreatieve vliegers). Bovendien kan het exclusief toekennen van een concessie vragen oproepen over de eerlijke toegang tot het luchtruim. Exclusieve concessies kunnen worden gezien als een beperking van publieke toegang tot een gedeelde ruimte. Andere partijen zouden kunnen stellen dat een exclusieve overeenkomst mededingingsregels schendt, vooral als de concessiehouder een overheidsbedrijf is. Indien gebruikers (bijvoorbeeld logistieke bedrijven) een vergoeding moeten betalen aan de concessiehouder om drones te mogen gebruiken, kunnen er vragen ontstaan over de redelijkheid en billijkheid van die kosten.